
Mol
Uiterlijk
– Lichaamslengte 10 tot 16 cm; staartlengte 2.5 tot 4 cm; gewicht 30 tot 60 gram.
– Kleurvariaties van pels mogelijk van wit, lichtbruin tot goudkleurig. Normaal zwart.
– Haren van de pels vertonen geen groeirichting; dus altijd glad ( t.b.v. verplaatsing van de mol door een gang).
– Tastharen bevinden zich op de punt van de staart en aan de buitenrand van de graafpoten.
– Brede poten met lange, brede nagels; handpalmen zijn naar buiten gericht.
Ontwikkeling
– Voortplanting seizoen loopt van maart tot juli.
– Draagtijd 3 weken, per worp meestal 2 tot 6 jongen.
– Na 6 tot 7 weken gaan de jonge mollen zelfstandig op zoek naar voedsel; na 9 weken worden ze verdreven door de moeder uit haar gangenstelsel.
– Gemiddeld 40% van de jonge mollen overleeft het eerste levensjaar.
– De maximale levensduur bedraagt 3 jaar.
Leefwijze
– De mol leeft solitair in een eigen gangenstelsel.
– Oppervlakkige gangen graaft een mol met een snelheid van 10 tot 20 meter per uur, bij voorkeur in losse, humusrijke grond waarin ook veel wormen zitten en waar de grondwaterstand niet te hoog is.
– Mollen kunnen behalve goed graven, ook goed zwemmen en klimmen.
– Ze leven van wormen en insectenlarven die in hun gang terechtkomen.
– De mol kan zich achterwaarts door de gang verplaatsen.
– jonge mollen verplaatsen zich bovengronds.
Schade/overlast
– Molshopen in moestuinen, gazons, sportvelden en ook in pas gezaaide akkers.
– Leggen gangenstelsels aan onder de grond (verzakkingen).
Oplossing/bestrijding
– Mocht u overlast hebben van ongedierte, dan kunt u contact met ons opnemen.
Bel; 045-5272551 voor meer informatie.