Latrinevlieg
Uiterlijk
– Kleine, donkere, of zeer donkerbruine vliegensoort.
– Grote, stevige, zwarte haren bovenop thorax en kop.
– De latrine vlieg lijkt wel wat op de fruitvlieg.
Ontwikkeling
– Eitjes worden afgezet in organisch rottend materiaal.
Leefwijze
– Volledige gedaanteverwisseling.
– De larven leven in mesthopen, gierkelders, afvalwater en rioleringen.
– Ook in kruipruimten waar leidingen/afvoer defect zijn komt de latrine vlieg veel voor.
– Larven komen tevens voor op zeer vochtige plaatsen waar de bodem verontreinigd is met rottend organisch materiaal.
Schade/overlast
– Er is geen directe schade van de latrinevlieg.
– wel kunnen ze als ze in grote aantallen voorkomen hinderlijk zijn.
Wering/preventie
– Defecte  leidingen/afvoer repareren en ontwikkelingsplaatsen opruimen.
– Composthopen en/of mesthopen afdekken met een laag zand.